Aanpak cyberpesten: trends en ontwikkelingen

Aanpak-cyberpesten-trends-en-ontwikkelingen

In samenwerking met schoolmaatschappelijk werkers van Schoolformaat heb ik in maart 2019 een training ‘Aanpak Cyberpesten: trends en ontwikkelingen’ gegeven aan de docenten van OnderwijsPost. In onderstaand interview wordt toegelicht waar het onderwijs mee te maken heeft.

5 juni 2019 – Dit interview is tot stand gekomen op initiatief van OnderwijsPost

Aanpak cyberpesten: trends en ontwikkelingen

Klaartje, vertel eens kort over jezelf!

“Sinds 2011 verzorg ik vanuit Social Media Impact trainingen, ouderavonden en gastlessen op scholen in het basis-, voortgezet onderwijs en MBO. Mijn specialismen zijn mediawijsheid, social media en aanpak cyberpesten. Rode draad in mijn trainingen is de impact die nieuwe media hebben op onze maatschappij en de vele vragen die ontstaan rondom online gedrag, reputatie, sociale veiligheid op school, privacy en gezondheid.

Wat zijn de grootste veranderingen van de afgelopen 10 jaar als het gaat om Cyberpesten?

“Er gebeurt veel in de online wereld van jongeren. Meestal gaat het goed en beleven ze vooral veel plezier. Maar het kan ook flink uit de hand lopen. Veranderingen die ik in de praktijk tegenkom, zijn onder meer:

  • Jonger, vaker en langer online
  • Grote hoeveelheid informatie en kopieergedrag
  • Afgeschermde accounts en groepen
  • Victim blaming

1. Jonger, vaker en langer online
“In de afgelopen tien jaar is de intensiteit in gebruik van nieuwe media toegenomen. Door de komst van Wifi en 3G/4G netwerken is het mogelijk om 24/7 online te gaan. Het aanbod aan entertainment op tablets en smartphones is natuurlijk heel erg toegenomen. Kinderen gaan steeds jonger, zelfstandig online. Hierdoor zien we dat online gedoe al in de groepen 4 en 5 begint. Bijvoorbeeld in ‘Clash of Clans’ of in ‘Roblox’, waar kinderen ook met andere spelers buiten hun vriendenkring in contact kunnen komen.

Vanaf groep 6 zien we dat steeds meer kinderen op Whatsapp, Instagram en TikTok een account aanmaken. Leerlingen op deze leeftijd doen veel online vaardigheden op, maar op dat moment weten ze nog weinig af van online omgangsvormen. Hierdoor komen online gedoe, ruzies en pesten het klaslokaal binnen.”

2. Grote hoeveelheid informatie en kopieergedrag

“Sociale media en games hebben een leeftijdsgrens, maar in de praktijk wordt hier weinig van aangetrokken. Kinderen krijgen op jonge leeftijd al content te zien, die niet aansluit op hun leeftijd- of ontwikkelingsfase. Ze zijn nog onvoldoende in staat om de aangeboden informatie op waarde te schatten. Dit ontsnapt vaak aan de aandacht van ouders. De groepsdruk om mee te doen is groot.

Tijdens mijn workshops en trainingen hoor ik van leerkrachten dat kinderen steeds jonger schelden en ‘pranks’ bij elkaar uithalen, die ze onder meer kopiëren van social influencers. Ze zoeken hierin grenzen op, net zoals hun YouTube idolen dat doen. Vaak genoeg zonder zich te realiseren dat ze de grens van online pesten zijn overgegaan. Met gastlessen en trainingen brengen we die grens in beeld.”

3. Afgeschermde accounts en groepen

“We zien dat steeds meer leerlingen in afgeschermde groepen met elkaar communiceren. Denk hierbij aan Whatsapp groepen of een apart Instagram account voor alleen je beste vrienden of mensen met een gedeelde interesse. Dit is een positieve ontwikkeling, omdat het aangeeft dat jongeren bewuster worden van de reikwijdte en privacy op internet. Maar ook hier zien we dat groepen en accounts niet alleen positief, maar ook negatief worden ingezet. Een voorbeeld zijn de ‘expose groepen’, waarbinnen naaktfoto’s van meisjes en vrouwen worden gedeeld, meme accounts op Instagram en grensoverschrijdende digitale stickers die binnen Whatsapp groepen worden gedeeld. Dit soort accounts zijn niet direct zichtbaar, waardoor opvoeders niet weten dat dit speelt.”

4. Victimblaming

De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor sexting en het ongevraagd verspreiden van naaktfoto’s. Ik merk tijdens mijn workshops dat steeds meer jongeren en docenten op een andere manier hierover denken. Voorheen was de reactie steevast: “Wat stom dat je een naaktfoto van jezelf maakt of deelt”. Nu merk ik dat er meer genuanceerd over gesproken wordt, wat een eerste stap is in de goede richting. Niet zozeer het versturen van sexy foto’s is het probleem, maar het ongevraagd doorsturen ervan en het victim blamen dat erop volgtHet enige juiste wat je kunt doen is een naaktfoto die je onbedoeld ontvangt niet te delen of liever direct te verwijderen, zeker als het om een minderjarige gaat.”

Wat zie je (heden en toekomst) m.b.t. cyberpesten op het PO en in het VO?

  • Meer kennis over online activiteiten
  • Technologie steeds meer toegankelijk
  • Steeds lastiger nep van echt te onderscheiden
  • Sociale veiligheid van leraren onder druk

1. Meer kennis over de online wereld

“Het percentage leerlingen dat met online pesten te maken heeft, is niet significant afgenomen in de afgelopen jaren. Het schommelt rond de 10-11%. Ik verwacht dat dit percentage meer gaat afnemen, omdat steeds meer leerkrachten op de hoogte zijn van wat er zich online afspeelt. De meeste scholen hebben de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de sociale veiligheid van leerlingen door middel van anti-pestprogramma’s.

Ook treedt er verjonging op onder het onderwijspersoneel. Het voordeel is dat deze groep leerkrachten zelf opgegroeid is met mobiele telefoon. Ze hebben in hun jeugd ervaren dat leeftijdsgenoten online gepest werden. Je ziet onder jongere leerkrachten een grotere affiniteit met digitale apparaten. Ik denk dat dit positief bijdraagt in het contact met leerlingen en het oplossen van online conflicten. Hetzelfde geldt voor ouders die zelf ook actief zijn op sociale media. Zij krijgen steeds meer voorlichting over cyberpesten via landelijke media en scholen. Er is meer kennis over en aandacht voor online pesten dan 10 jaar geleden.”

2. Technologie steeds toegankelijker

“Steeds meer platformen breiden de functies binnen de apps uit. Ze richten zich niet alleen maar op het delen van een foto of tekst, maar bieden ook andere technieken aan. Zo kun je binnen Instagram, Snapchat en Whatsapp heel eenvoudig foto’s bewerken met filters, stickers en teksten. De toegankelijkheid maakt dat de drempel lager is om een foto te bewerken, in positieve of negatieve zin.”

3. Steeds lastiger nep van echt te onderscheiden

“Ook worden er gratis apps aangeboden om mensen voor de gek te houden. Deze zijn waarschijnlijk met een positieve intentie ontwikkeld, maar worden helaas ook op negatieve manier toegepast. Zoals de apps waarmee je een fake app bericht of snap creëert. De voorspelling is dat in de toekomst ‘voice conversion’ en ‘deep fakes’ van hogere kwaliteit bereikbaar worden voor het grote publiek. Dat betekent dat je iemand van alles kunt laten zeggen in een audio of op video, zonder dat diegene die woorden ooit heeft uitgesproken. Nep is hierbij nauwelijks van echt te onderscheiden.”

 

4. Sociale veiligheid van leraren

“Een fenomeen dat het laatste jaar meer aandacht krijgt in de landelijke media is de sociale veiligheid van leraren in het VO en MBO. Smartphones en laptops zijn het klaslokaal binnengekomen, er is sprake van een toename van video opnamen van docenten en lessituaties. Die worden online gedeeld. Dit kan flink uit de hand lopen, zeker als materiaal aangeboden wordt op Dumpert of als de landelijke pers hier hoogte van krijgt. Betrokkenen lopen hierdoor imagoschade op en uiteindelijk levert het alleen maar verliezers op. Het is belangrijk dat scholen voorbereid zijn op situaties waarin docenten ongewenst gefilmd worden tijdens de les en dat ze hier preventief mee aan de slag gaan.”

Jij ondersteunt scholen en ouders bij het onderwerp Cyberpesten, hoe doe je dit precies?

“Doordat ik als spreker zeer regelmatig te gast ben op scholen en zowel ouders, leerlingen als docenten spreek, krijg ik een goed beeld van wat er speelt en welke vragen en zorgen er zijn bij betrokkenen. Daarbij helpt het docenten als ze goed op de hoogte zijn van wat er zich afspeelt in de online wereld van jongeren. Zeker als ze met digitale devices in de klas werken. Ik praat hen daarom bij over de meest recente ontwikkelingen en trends. Deze hebben vaak direct of indirect invloed op de sociale veiligheid van leerlingen en docenten op school. Docenten leggen tijdens de workshops praktijksituaties voor, die we bespreken. Zo leren ze van elkaar en krijgen ze handvatten en les ideeën aangereikt. Dit helpt ze om preventief in gesprek te kunnen gaan over online pesten en geeft inzicht hoe te handelen als een pest situatie zich aandient.

Voor het voortgezet onderwijs heb ik het lespakket Bewust Online ontwikkeld voor mentoren van leerlingen jaar 1 en 2, waarbij leerlingen leren reflecteren op situaties die zich online hebben voorgedaan. Het lespakket wordt het hele jaar door aangevuld met korte lessen zodat het materiaal actueel is.”

Welk advies wil je meegeven over Cyberpesten, de bewustwording en preventie hiervan?

“Ik denk dat het belangrijkste is dat scholen in gesprek blijven met leerlingen en op de hoogte blijven van de technologische ontwikkelingen en online interesses van hun leerlingen. Voorlichting en aandacht voor online ethiek is belangrijk. Het is nodig dat leerlingen leren reflecteren op hun eigen online gedrag en dat van anderen. Ik zie hierin een rol weggelegd voor zowel scholen als ouders.

Scholen doen er goed aan om mediawijsheid op te nemen in het curriculum van de school, zodat alle leerlingen dezelfde informatie aangeboden krijgen. Dit is de eerste stap in een goed beleid maken voor online communicatie en de aanpak van online pesten. Zo weet iedereen wat er moet gebeuren als het misgaat.”

 


Meer weten?

Wil je meer weten over social media, cyberpesten en schoolveiligheid, lees de blogs:

Daar sta je dan met je hoofd op een meme

Filmen in de klas, mag dat zomaar?

Memes als satire

 


Dit interview is tot stand gekomen op initiatief van OnderwijsPost – 5 juni 2019 en in samenwerking met Schoolformaat